Surinaamse nasi

Ingrediënten:

600 gram rijst
400 gram kipfilet
2 fa-sjong (zijn Chinese varkenssaucijsjes ook in kip verkrijgbaar)
1 zakje losse nasi kruiden (45 gram)
Mespuntje trassi
Enkele druppels worchestershine saus
1 flinke scheut black soy (Kasripo)
1 eetlepel ketjap manis
2 laurierblaadjes
4 piment korrels
12 takjes selderij
4 eieren
6 eetlepels olie

Bereiden:

Kook de rijst gaar (1 dag van tevoren) volgens de gebruiksaanwijzing van de verpakking. Was de kipfilet en kook die tezamen met laurierblaadjes, pimentkorrels en de helft selderij. In 25 minuten gaar. Pluis de kip fijn en snij ze in kleine stukjes. Snij dan ook de fa-sjong in kleine stukjes en leg die bij de kipfilet. Wel de nasikruiden in 100 ml water in een pan ongeveer 3 minuten.  Kluts de eieren in een kom. Bak daarna hele platte omeletjes. Stapel deze op elkaar en snij hiervan dunne reepjes. Neem een wok en fruit in de eetlepels olie snel de trassi aan en voeg de kip en fa-sjong toe. Na 2 minuten gaan de overige ingrediënten erin: zoute ketjap, nasikruiden, worchestershine saus en ketjap manis. Als het goed is krijg je nu een mooie hoeveelheid jus in je wok. Laat dit ongeveer 3 minuten bakken. Dan haal je de helft van dit mengsel uit de wok en leg dan even opzij in een kom. Nu ga je beetje bij beetje de witte rijdt in de wok scheppen en goed blijven omroeren. Het rijst met een mooie egale bruine kleur krijgen.  Schenk op het laatst de aparte kom met jus en kipfilet erbij en goed omroeren het liefst met 1 lepel in elke hand. Voeg de ei en fijngesneden selderij toe en roer het nog even omroeren.